We kijken voortdurend naar voorwerpen, veraf en
dichtbij. Het beeld wordt gevormd op ons netvlies. Om telkens scherpe beelden
op het netvlies te vormen moet de ooglens zich kunnen aanpassen. Deze
aanpassing van de ooglens noemen we accommodatie
of scherpstelling.
accommodatie van de ooglens |
Voor een voorwerp dat zich op grotere afstand van
het oog bevindt, zullen de lichtstralen minder moeten afgebogen worden om het
beeld te projecteren op het netvlies dan voor een nabij gelegen voorwerp. In
het tweede geval wordt deze extra buiging verkregen door de ooglens boller te
maken.
Mechanisme van accommodatie
Accommodatie komt erop neer dat de ooglens haar
kromming moet kunnen wijzigen. Daarbij spelen de accommodatiespier in het straallichaam en de lensbanden een rol. Ook de elasticiteit en de vervormbaarheid van
de ooglens zijn hierbij van belang.
Als de lens ontspannen is, neemt ze nagenoeg de
bolvorm aan. Als er aan de lens getrokken wordt door de lensbanden, wordt de
lens platter. Zodra die krachtwerking verdwijnt neemt de lens door haar
veerkracht opnieuw de bolle vorm aan.
Als de accommodatiespier
ontspannen is, staat ze wijd uit. Hierdoor wordt er aan de lensbanden
getrokken. Die trekken op hun beurt aan de lens, zodat die afgeplat wordt. Als
de lens minder gekromd is, wordt er op het netvlies een scherp beeld gevormd
van voorwerpen die zich op grote afstand bevinden. De lens staat op ‘ver’ ingesteld.
Lens ingesteld op 'ver' |
Omgekeerd, als de accommodatiespier samentrekt, wordt er niet aan de lensbanden
getrokken. De lensbanden gaan daardoor doorhangen. De lens kan nu door haar
veerkracht weer boller worden. Ze staat nu op ‘dichtbij’ ingesteld.
Lens ingesteld op 'dichtbij' |
In onderstaand filmpje kunnen jullie het mechanisme van accommodatie bekijken.
Afwijkingen bij accommodatie
Het
brandpunt valt in een normaal oog precies op het netvlies, wat een scherp beeld
oplevert. Bij sommige personen is het niet mogelijk een scherp beeld te vormen
op het netvlies, omdat de accommodatie bemoeilijkt wordt. Hieronder worden er 2 types van afwijkingen bij accommodatie
besproken.
- Verziendheid:
Sommige personen zien alleen verafgelegen
voorwerpen scherp, ze zijn verziend.
Dat komt omdat de oogbol korter is
dan normaal, of omdat de lens te plat
is. Het brandpunt valt achter de oogbol en op het netvlies is er dan een onscherp
beeld. Deze afwijking noemen we verziendheid
(hypermetropie). Verziendheid kan gecorrigeerd worden met lenzen of een bril met bolle glazen. Hierdoor valt het brandpunt terug op het netvlies. Een moderne techniek
om verziendheid te verhelpen, is een laserbehandeling
van het hoornvlies.
Verziendheid: brandpunt valt achter de oogbol |
Correctie van verziendheid |
Hieronder vinden jullie nog een samenvattend filmpje over verziendheid en de correctie ervan:
- Bijziendheid:
Sommige
personen zien alleen scherp van dichtbij: ze zijn bijziend. Dit komt omdat de oogbol langer is dan normaal of omdat de lens te bol is. Het brandpunt valt dan vóór het netvlies en op het
netvlies wordt er een onscherp beeld gevormd. Deze afwijking heet bijziendheid (myopie). Bijziendheid is te
corrigeren met contactlenzen of een bril
met holle (negatieve) lenzen om
de lichtbreking te verminderen. Hierdoor valt het brandpunt terug op het netvlies. Een moderne techniek om verziendheid te verhelpen, is een laserbehandeling van het hoornvlies.
Bijziendheid: het brandpunt valt vóór het netvlies |
correctie van bijziendheid
|
Hieronder vinden jullie nog een samenvattend filmpje over verziendheid en de correctie ervan: